De Moestuiniers Online

De Moestuiniers Online

Door moestuiniers voor moestuiniers
Uitgelichte afbeelding

Hoe begin ik een moestuin?

Het tuinieren begint steeds populairder te worden. Ook het aanleggen van een moestuin is – zeker sinds 2020 – erg populair. Maar wat als je nu nog nooit iets met een moestuin hebt gedaan en niet weet hoe je moet beginnen? Met dit artikel proberen we je een beetje op weg te helpen en de vraag “Hoe begin ik een moestuin” te beantwoorden. Ieder heeft natuurlijk zijn eigen manier om te moestuinieren. Maar er zijn stappen die voor iedereen hetzelfde zijn. Of je nu op een klein balkon of op een grote volkstuincomplex gaat moestuinieren. Die stappen gaan we hieronder uitleggen. Let op, het zijn handreikingen. Alles kan en niets moet.

Stap 1: Op welke plek begin je de moestuin

Het is goed om van te voren na te denken op welke fysieke plaats je de moestuin begint. Die locatie bepaalt namelijk best veel. Vooral hoe je moet moestuinieren en welke groenten je kunt kweken.

1.1 Ligging van de tuin

Ligt de tuin op het Noorden, Oosten, Westen of Zuiden? Een tuin op het Westen of Zuiden is ideaal. Veel moestuinplanten hebben minimaal 4 tot 6 uur zon nodig. Wat natuurlijk niet betekent dat je met een tuin op het Noorden of Oosten niet zou kunnen moestuinieren. Je zult er alleen wat extra inspanning voor moeten leveren en je zult misschien keuzes moeten maken in welke groente je kweekt op die plek. Zo helpt een kas om meer warmte-minnende planten te kweken. En zijn er groenten die prima in de schaduw kunnen. Of zoals Beth Chatto het zei: de juiste plant op de juiste plek.

Bij het inrichten van je moestuin is de ligging belangrijk
Bij het inrichten van je moestuin is de ligging belangrijk

1.2 Soort moestuin

Het is goed om van te voren na te denken over wat voor soort moestuin je wilt en wat je graag zou willen kweken. Ben je van plan om veel “warmte-minnende” groenten te kweken zoals pepers, dan heb je zoals gezegd eigenlijk wel een kas(je) nodig. Dat hoeft geen grote kas te zijn, een kleine foliekas helpt ook al veel en is niet al te duur. Vooral als je het wilt uitproberen. Wil je graag courgettes en pompoenen kweken, dan heb je meer ruimte nodig. De pompoenen kun je bijvoorbeeld ook verticaal kweken. Dan breng je de groente de lucht in langs een hekwerk en heb je minder vierkante meters op de grond nodig. Wil je alleen groenten zoals sla, andijvie en radijsjes kweken, dan kun je met veel minder ruimte volstaan.

1.2.1 Potten, volle grond of verhoogde bakken

Ook is het goed om na te denken over kweken in potten, de volle grond of bijvoorbeeld verhoogde bakken. Zo zijn er tegenwoordig heel veel groenten geschikt om in potten te kweken. Er wordt door kwekers handig op ingespeeld door groenten speciaal voor potten te ontwikkelen. Vaak zijn dat dwergvarianten. Zo is er dwergbroccoli (Baby Matsuri), zijn er dwergspruitjes (Early half tall) en zijn er legio kleinblijvende tomaten (Siam, Veranda Red) en paprika’s (Zlata). Er zijn verschillende boeken geschreven over groenten kweken in potten (in Google zoeken op “Boek groenten kweken in potten”). Nadeel van potten is dat ze relatief snel uitdrogen. Ook zijn ze iets kou-gevoeliger. Voordeel is dat je altijd wel een plekje vindt om iets te kweken.

Moestuinieren in potten, hier in combinatie met een bewateringssysteem
Moestuinieren in potten, hier in combinatie met een bewateringssysteem

In de volle grond kweken is ook een mogelijkheid. Voordeel daarvan is dat je weinig materiaal nodig hebt. Gewoon de grond bewerken voor gebruik en planten maar. Daarnaast hoef je je met groenten in de volle grond eigenlijk nooit druk te maken over ruimte voor wortels. De plant heeft ruimte zat en doen het meestal wel goed in de volle grond. Ook kan de plant vaak beter bij het grondwater. Nadeel is dat de kou vaak langer in de grond blijft. En een nadeel kan zijn dat je de grond eerst moet bewerken om hem geschikt te maken voor moestuinieren. Zo laat zandgrond water wel erg makkelijk wegstromen en is kleigrond vaak te nat waardoor risico op rotten ontstaat. Je zult dan de grond moeten verbeteren door bijvoorbeeld compost toe te voegen.

Moestunieren in de volle grond
Moestunieren in de volle grond

Verhoogde bakken hebben als voordeel dat de grond sneller opwarmt, je meer invloed hebt op afwatering en je makkelijker kunt zorgen voor een goede grond waarbij je geen rekening hoeft te houden met klei-, veen- of zandgrond. En nog een voordeel, je hoeft minder ver te bukken. Klinkt suf maar voor iemand met lichamelijke klachten is dat ideaal.

En dat hoeft dan helemaal geen hele grote bak te zijn op hoge poten zoals op onderstaande foto. Zo verkoopt de Action en de Lidl in het voorjaar kunststof kweekbakken op poten met een kap (een goedkopere variant van Elho). Zo heb je de mogelijkheid om op een makkelijke manier toch wat diepte te krijgen om bijvoorbeeld wortels, uien, aardappelen maar ook sla, andijvie en tomaten te kweken. Meestal past zo’n bak ook wel op een klein balkon. En dan heb je nog de vierkante meterbakken die je bij iedere bouwmarkt of tuincentrum kunt kopen. Die zijn meestal 100×100 cm. (soms 120×120 cm.) en zo’n 20 cm. hoog. Die zet je dan op de grond of terras. (al dan niet voorzien van worteldoek). Op de foto hieronder (naast de coniferen) hebben we een bak gemaakt van een pallet met tuinplanken en wielen eronder.

Verhoogde bakken zijn er in vele vormen en maten
Verhoogde bakken zijn er in vele vormen en maten

1.3 Traditioneel, polycultuur of permacultuur

Je kunt de moestuin op verschillende manieren aanleggen. Ook hier kun je van te voren over nadenken. Wil je een meer traditionele moestuin? Of liever polycultuur of zelfs permacultuur? We leggen de principes hieronder kort uit.

1.3.1 Traditioneel

Bij de traditionele moestuin is er een monocultuur. Je maakt moestuinbedden waarbij je in rijen of vakken dezelfde groente plaatst. Bij traditionele moestuinen wordt de grond ook nog vaak omgespit en pas je wisselteelt toe. Bij wisselteelt plant je de groenten ieder jaar op een andere plaats. Je roteert de groenten ieder jaar. Dit om te voorkomen dat er allerlei ziektes ontstaan (bijvoorbeeld aardappelmoeheid, aaltjes, etc.). Dit is een vrij rechttoe-rechtaan manier van moestuinieren.

Een traditionele manier van moestuinieren
Een traditionele manier van moestuinieren

1.3.2 Polycultuur

Bij polycultuur kweek je meer dan 1 soort in een moestuinbed of -bak en volg je meer de diversiteit van de natuur. Dat betekent dat je in 1 bed of bak verschillende groenten maar – als je wilt – ook planten (bijvoorbeeld kruiden) met elkaar combineert (= combinatieteelt). Grappig is dat als je minder ruimte tot je beschikking hebt, je vaker al gaat tuinieren volgens polycultuur. Als je verschillende soorten groenten wilt hebben, kies je voor meer soorten in kleinere hoeveelheden. Dat doen wij in ieder geval. Bij combinatieteelt is het samenbrengen van goede buren (en het vermijden van slechte buren) soms wat uitzoekwerk. Maar wij zijn er tot nu toe altijd uitgekomen. Aan wisselteelt doe je eigenlijk niet, behalve bij een paar groenten (denk daarbij aan kolen en aardappelen).

Bij een polycultuur is de kans op een volledig mislukte oogst ook veel kleiner, omdat je minder van 1 groente kweekt. Ook heb je minder last van plaagziekten omdat er geen grote hoeveelheden van hetzelfde voedsel te vinden is. Blijft er nog genoeg over hoor 😉 . Ook heb je minder last van “moeheid” bij planten. Bij polycultuur gebruik je geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Het lijkt wat op biodynamisch moestuinieren. Bij polycultuur zul je meestal ook no dig (niet spitten) toepassen, wat veel werk scheelt.

Een vierkante meter moestuinbak met verschillende soorten groenten
Een vierkante meter moestuinbak met verschillende soorten groenten

1.3.3 Permacultuur

Permacultuur betekent (letterlijk) dat je altijd produceert in je moestuin en gaat nog een stap verder dan polycultuur. De drie principes zijn: niet spitten (no dig), mulchen (grond bedekt houden) en diversiteit (verschillende soorten planten). Waar je dit bij een polycultuur kunt doen, is het bij permacultuur echt een principe. Je werkt met de natuur in plaats van dat je de natuur naar jouw hand probeert te zetten. Zo gebruik je bijvoorbeeld meerjarige planten. De tuin wordt onderdeel van het ecosysteem. Ook een voedselbos wordt vaak aangelegd. Er wordt bij permacultuur gewerkt met zones en lagen. Op Wikipedia kun je meer over lezen over deze vorm van tuinieren.

Een voorbeeld van permacultuur (Bron: Nichingspiral)
Een voorbeeld van permacultuur (Bron: Nichingspiral)

1.4 Bewatering en afwatering

De meeste planten hebben een hekel aan te natte grond. Hoewel je afwatering een handje kunt helpen door bijvoorbeeld in verhoogde bakken te gaan tuinieren, is het wel goed om een plek te kiezen waar geen water blijft staan. Moestuinieren in een moeras is bijvoorbeeld niet zo’n goed idee 😉 . Bij moestuinieren onder bomen of tegen een muur aan (= regenschaduw) is het goed om in de gaten te houden of de planten niet uitdrogen.

Daarnaast is het handig om te kijken waar je water vandaan kunt halen voor het water geven. Het is niet zo handig om bijvoorbeeld hele einden te moeten lopen met een volle gieter. Dat is bij de eerste paar gieterbeurten nog leuk, maar als je om de dag 20 keer heen en weer moet lopen is het al een stuk minder grappig. Dit kun je voorkomen door of een plek te kiezen bij een waterpunt (kraan, tuinslang etc.). Of je kunt een regenton plaatsen waar je water uit kunt halen. Meer over bewatering in de moestuin kun je lezen in het artikel “Bewatering van de moestuin“.

1.5 Luchtcirculatie

Voor de meeste planten is het fijn dat er een goede luchtcirculatie is. Zo voorkom je meeldauw en ziektes door schimmels. Tuinbonen kunnen bijvoorbeeld last krijgen van roest (bruine vlekken op het blad en later ook op de peul) als ze onvoldoende ruimte hebben voor luchtcirculatie. Dat de wind er goed doorheen kan waaien is in dat geval belangrijk. Mocht je moestuin op een windstille plek liggen, dan moet je zorgen dat de planten niet te dicht bij elkaar staan. Zo kan de lucht er goed bij komen en drogen planten beter.

Daar staat weer tegenover dat teveel wind ook niet goed is. Het risico op luis is dan bijvoorbeeld groot en je zult planten ook meer moeten ondersteunen om breken te voorkomen. Een briesje is wat je eigenlijk graag zou willen.

1.6 Aan- en afvoer

Deze is wat in sommige gevallen lastiger te realiseren. Soms heb je niet de keuze waar je gaat moestuinieren. Als je bijvoorbeeld bij je huis een moestuin aanlegt en je hebt een afgesloten tuin, dan kan het zijn dat je met spullen (potgrond, planten, mulch etc.) door je huis moet. En als je al lang op een wachtlijst staat voor een volkstuin, dan ben je blij met iedere plek die je krijgt. Idealiter heb je een makkelijke toegang om spullen in en uit de tuin te brengen. Maar nogmaals, soms heb je die luxe niet en moet je het doen met de plek die je hebt of krijgt. Een (afgesloten) opberghokje waar je wat essentieel tuingereedschap kunt opbergen is dan misschien een optie.

Stap 2: Afmetingen van de moestuin

Dan de grootte van je moestuin. Heb je een klein balkon of een grote lap grond? Op iedere plek is er een mogelijkheid een moestuin te beginnen. Op een klein balkon kun je bijvoorbeeld groenten in potten kweken. Tegenwoordig is het soort bakken en potten eindeloos. En in potten kun je ook heel veel kweken zoals kolen, spruitjes, paprika’s, tomaten, courgettes etc.

Heb je een groot stuk grond. Dan zijn de mogelijkheden onbeperkt. Dan is er volop ruimte om veel verschillende groenten te kweken en kun je minder kritisch zijn.

De vorm van de moestuin, is natuurlijk aan jezelf. Je kunt kiezen voor rechthoeken, maar ook organische vormen werken prima. En het oog wil natuurlijk ook wat 😉 .

2.1 Afmeting van de bakken of bedden

Waar je rekening mee moet houden is dat de groenten goed toegankelijk zijn. Of dat nu potten, bakken of bedden zijn. Handig is als je er goed omheen kunt lopen zodat je overal goed bij kunt. Als je een moestuinbed of verhoogde moestuinbak maakt van 4 bij 5 meter is de kans dat je er in het midden goed bij kunt erg klein. Een ideale breedte van een moestuinbak voor volwassenen is maximaal 120 centimeter. Dan kun je nog bij het midden komen en van de ene kant bij de andere kant. De lengte is maar net wat je zelf handig vindt en welke ruimte je beschikbaar hebt. De minimale diepte van een verhoogde bak is zo’n 20 centimeter. Dan heb je voldoende ruimte om bijvoorbeeld wortels te kweken en zelfs pastinaken (al kunnen die makkelijk 30 centimeter worden).

Deze bak is gemaakt van twee vierkante meter moestuinbakken op elkaar
Deze bak is gemaakt van twee vierkante meter moestuinbakken op elkaar

2.2 Wandelpaden

Hou bij de ruimte om de moestuinbakken of -bedden rekening met het gebruik van gereedschap. Wil je er bijvoorbeeld met een kruiwagen bij kunnen, dan moet je die breedte minimaal aanhouden. En het is ook jammer dat als je bukt bij de ene groente, je met je derrière andere groente omduwt of -knakt. Hou dus voldoende ruimte aan om te bewegen.

Stap 3: Weke soorten groenten en planten

Vervolgens ga je nadenken over welke planten je in de tuin wilt. Daarbij gaat het hier te ver om alle soorten groenten te behandelen. Hoe je verschillende soorten groenten kweekt kun je lezen in het hoofdstuk “Groenten“.

3.1 Groenten en planten vs. ligging

Bij het kiezen van de groenten en planten komt de locatie van je moestuin ook weer terug. Heb je wat meer schaduw in de tuin, dan kun je daar rekening mee houden door groenten te gebruiken die wat beter in de schaduw kunnen. Eigenlijk heeft iedere groente wel wat zonlicht nodig variërend van 2 uur (= schaduwrijk) voor Chinese kool, mizuna, paksoi of andere Aziatische groenten tot 6 uren (= volle zon) voor bijvoorbeeld tomaten, courgettes of komkommers. Het maakt daarbij niet zoveel uit wanneer die zon er is, hoewel de middagzon natuurlijk sterker is dan de ochtendzon.

3.2 Kies groenten die je lekker vindt

Tip is om groenten te kiezen die je ook graag eet. Het is natuurlijk hartstikke leuk om snel sperziebonen te zien groeien, maar als je die niet lekker vindt, dan zul je ze ook niet met enthousiasme eten. Kies dus wat je lekker vindt en begin daarmee. Je kunt altijd erbij of later gaan experimenteren met onbekende of grappige groenten.

Kies groenten die niet te moeilijk zijn en je lekker vindt
Kies groenten die niet te moeilijk zijn en je lekker vindt

3.3 Kies niet de moeilijkste groenten om mee te beginnen

Kies ook niet de moeilijkste groente om mee te beginnen. Hoewel het al dan niet makkelijk kweken van groenten ook samenhangt met het ras en de condities waaronder je kweekt, zijn er groenten die lastiger zijn dan andere. Zo zijn aubergines en paprika’s lastiger te kweken dan tomaten. En natuurlijk varieert de moeilijkheidsgraad per tuin. Vaak wordt gezegd dat radijsjes supermakkelijk zijn, maar daar hebben wij andere ervaringen mee (veel loof, geen radijs). Ook courgette staat bekend als een makkelijk te kweken groente. Maar als wij de vrouwelijke bloem niet handmatig bestuiven met een mannelijke bloem, dan hebben we weinig courgettes. En jarenlang hebben wij moeite gehad met het zaaien van wortels. Maar sinds we het ras Chantenay gebruiken, gaat het heel goed. Wat bij een ander makkelijk gaat, hoeft bij jou dus niet makkelijk te gaan en andersom. Voorbeelden van makkelijke groenten zijn:

  • Aardappels (je zet ze in de grond en ze groeien vanzelf. Aanaarden wordt aangeraden, maar hoeft niet perse)
  • Peulen, erwten (lange tijd hoge opbrengst. Wel voortdurend blijven oogsten)
  • Komkommers (als je voldoende water geeft, blijven ze vruchten maken. Wel regelmatig oogsten)
  • Sla (afhankelijk van welke soort, groeit sla makkelijk en meestal snel)
  • Tomaten (het lastigste is opkweken vanaf zaad. Als ze aanslaan, gaat het meestal goed)
  • Snijbonen (kiemen soms wat lastig maar als ze gekiemd zijn, is de opbrengst hoog en langdurig)
  • Pak choi (groeit snel en je hoeft er weinig voor te doen)
  • Spinazie (zelfde als pak choi, snel en weinig onderhoud)
  • Andijvie (vergelijkbaar met sla)

Stap 4 Begin gewoon

Dit is misschien wel de belangrijkste stap: gewoon beginnen. We garanderen dat als je een tijdje bezig bent, je tot de ontdekking komt dat je dingen misschien beter anders had kunnen doen. Of dat je merkt dat iets niet of juist heel goed werkt. Het blijft proberen, je leert steeds wat bij en zal dingen anders of handiger aanpakken. De beste veranderingen komen trouwens vaak door problemen waar je tegenaan loopt. Wees dus niet bang om te falen 😉 .

Wij hopen dat we je een beetje hebben geholpen met de vraag “hoe begin ik een moestuin”. Mocht je informatie missen of aanvullingen hebben, laat het ons dan weten door het contactformulier in te vullen.

YouTube
Instagram